Willem Vermandere — Abeelen

    	    	Вступление

BPM:      90
Released: 9 Feb 2020
Album:    Confessions


Capo: 3 fret


[Intro]
E
Am  G  F  E


[Verse 1]
        Am
Verschgevelde abeelenbomen
       C                 E
Liggen langs de grachten heen,
        F             G
Die den ouden zandweg zoomen,
                   C
Hoofd en armen afgesneên.


[Verse 2]
       Dm                G
Sterke stammen, kon dat wezen,
                    Am
Gij die op en in de grond,
       F            G
Met uw voeten vastgevezen,
      C        G         C
Vamen diepe, ondelgbaar, stondt.


[Interlude]
E  Am  G  F  E


[Verse 3]
Am
Gij die 't zwaar geweld der winden,
C                       E
Kreunende op uw kruimen droegt;
       F              G
Die zo lang den boosgezinden,
                  C
Wintervijand wedersloegt?


[Verse 4]
        Dm             G
't Edel hoofd intweengespleten,
                      Am
Knoken in den grond geboord,
             F        G
Wie heeft 't al u afgebeten,
       C          G    C
Dat uw schoonheid toebehoort?


[Interlude]
E  Am  G  F  E


[Verse 5]
Am
Spillen zie 'k en spanen dragen;
C                       E
Splenters uit uw hoofdgewaai;
F                    G
Takken uit uw toppen zagen,
                    C
Kerven af uw' tenen taai.


[Verse 6]
    Dm                   G
Elk komt uit en wondt en snijdt u;
         G7               Am
Raapt en rooft, met volle hand;
        F               G
Nu dat, omme en verre en wijd, uw
      C     G          C
Hooge krone ligt in 't zand.


[Interlude]
E  Am  G  F  E


[Verse 7]
      Am
Vijandschap, aan alle zijden,
         C           E
Woedt om uwe ellendigheid;
        F               G
Heeft u ooit, in vroege tijden,
                            C
Vrede en vriendschap één ontzeid?


[Verse 8]
     Dm                G7
Edel volk, wanneer gij wachtet,
                         Am
Lands den weg uw schaduw smeet,
       F             G
Op die moegegaan, versmachtte 't,
     C            G      C
Zonnevier, was 't iemand leed?


[Interlude]
E  Am  G  F  E


[Verse 9]
       Am
Iemand leed! Ach laat mij weten,
           C           E
Wie dat 't is, die afgemat,
        F              G
Heeft ondankbaar neergezeten,
                         C
In uw schaduw! Leert mij dat!


[Verse 10]
         Dm             G
Meermaals mocht ik asem halen,
                         Am
Vluchten onder 't groene dak,
        F               G
Als het zweerd der zonnestralen,
           C     G      C
Scherm mij in de lenden stak.


[Interlude]
E  Am  G  F  E


[Verse 11]
       Am
Boomen in uw looverlane,
C                        E
Tellende, een oor een, u al,
   F                    G
's Zomers, zoete abeelenbane,
                    C
Zelden ik nog komen zal.


[Verse 12]
             Dm             G7
't Deert mij zoo! De Abeelenbomen
                         Am
Liggen langs de grachten heen,
        F                   G
Die den ouden zandweg zoomen,
        C      G   C
Hals en handen afgesneên!