Автор adminНа чтение 6 минПросмотров12Опубликовано
Вступление
Released: 1 Jan 1988
Album: Ik Wil Maar Zeggen
Capo: 1 fret
[Intro]
GGCDG
[Verse 1]
G
Met planken en balken ben ik al jaren aan ’t werk,
CG
Ik bouw aan een schip endlijk groot en sterk,
D
Achter mijn huis aan de kant van de gracht,
G
Zaag ik en timmer ik een gat in de nacht,
CG
De mensen staan lachend en spottend op strate,
CGD
Ziet hem daar wroeten nog's avonds zo late,
G
Maar ik boor en ik kappe ik boenk en ik dreun,
CDGCC7
Ik klief en ik kerve ik klop en ik kleun.
[Verse 2]
B7Em
Langs buiten bruut, wel beschermd tegen vocht,
B7Em
Den binnekant sober en proper afgewrocht,
DD7G
d'r Komen geen zeilen of gene mast aan te pas,
B7Em
Geen riemen geen roer, gene vlag geen kompas,
DD7G
d'r Zijn kamers en gangen met trappen en treden,
AmB7
d'r Is slapinge boven en keukens beneden,
CG
d'r Staan pakken en dozen achter iedere wand,
AmDD
Voor jaren en jaren geselecteerd proviand.
[Interlude]
DD
[Verse 3]
G
Mijn schoon jong leven is aan 't bouwen besteed,
CG
Maar nu zucht ik eindelijk mijn ark is gereed,
D
Als 't water zal wassen en alles versmoort,
D7G
Zal ik dobberen en drijven van geen drupke gestoord,
CG
De koeien en de kalvers met 't peerd op kop,
CGD
Zelfs den buffel en den bizon zal verzuipen in ’t sop,
G
De giraffe aanvankelijk zal nog weerstaan,
CDGCC7
Totdat den hoogsten boom ook onder zal staan.
[Verse 4]
B7Em
't Wordt nog geen catastrofe voór de paling en de vis,
B7Em
Ook niet voor 't monster uit 't meer van Loch Ness,
DD7G
Allene maar de mens met kieuwen en koud bloed,
B7Em
Met schubben en vinnen ontsnapt aan de vloed,
DD7G
Kweekt u vlug vliezen tussen uw vingers en uw tenen,
AmB7
Of je zakt naar den dieperik juist lijk de stenen,
CG
Maar 't water zal dragen Iijk een kussen zo zacht,
AmDD
Mijn arke mijn barke deur dag en deur nacht.
[Interlude]
DD7
[Verse 5]
G
Een vensterloos torenloos stuurloos schip,
CG
Op de wijde waterwereld een onooglijk klein schip,
D
We liggen en we draaien maar doelloos in ’t rond,
D7G
Soms meters soms mijlen hoog boven de grond,
CG
't Is de waaiende wind en de golfslag die stuwt,
CGD
't Is de zunne en de mane die trekt en die duwt,
G
d'Er is hier gene uitkijkpost geen poort of patrijs,
CDGC
Dit is nen onvoorspelbare blindelingse reis.
[Verse 6]
B7Em
Den tocht is nu nergens nie meer op gericht,
B7Em
Geen land genen haven komt ooit nog in zicht,
DD7G
j' Hoort nog den donder en den tromm'lende regen,
B7Em
En de steert van de walvis doet den boot soms bewegen,
DD7G
d'Herinnering aan 't vorig leven vervaagt,
AmB7
Niemand in 't ruim die daar ooit om vraagt,
CG
Over vrouwen en kinders voer ik het bevel,
AmDD
Met zachten hand iedereen voelt zich wel.
[Interlude]
DD7
[Verse 7]
G
We kennen noch ure noch dag noch nacht,
CG
Niemand wil weg of wordt ergens verwacht,
D
Er wordt wel gemind en gekust en gestreeld,
D7G
Tafel en bedde alles wordt hier gedeeld,
CG
d'r Zijn mossels en zeewier en vliegende vis,
CGD
En 't water uit de wolken dat drìnkbaar is,
G
d'r Wordt veel gezongen en veel gemusiceerd,
CDGC
Gebabbeld en gebrabbeld en gefilosofeerd.
[Verse 8]
B7Em
Je went aan een leven zonder licht,
B7Em
Onz' ogen staan nu naar binnen gericht,
DD7G
Zo wordt de verbeelding voortdurend verwekt,
B7Em
Altijd weer iemand die iets geestigs ontdekt,
DD7G
Een vergeten of verloren gewaand sentiment,
AmB7
Een kluchtj' of een díchtje elk naar zijn talent,
CG
'k Hè juist nog d' historie van Noach verteld,
AmDD
Wat waren de kinders daarop gesteld.
[Interlude]
DD7
[Verse 9]
G
Geen grenzen nie meer aan ons fantasie,
CG
We waken en slapen in een reuze-euforie,
D
We zetten de zotste woordjes bie mekaar,
D7G
We rijmen op borstjes op kop en haar,
CG
En we vinden een plooie een vlooi en een wrat,
CGD
En we lachen met de blote buik en 't bloot gat,
G
En in 't donkerst van 't ruim ontstond er al nieuw leven,
CDGC
w'Hèn 't jongetje de name van Adam gegeven.
[Outro]
B7Em
Maar midden in dat zalig en vredig gejoel,
B7Em
Overvalt mie soms een beklemmend gevoel,
DD7G
Ja diep in mezelf groeit de schrik met den dag,
B7Em
Stelt u voor dat ons arke nie meer varen mag,
DD7G
Dat 't water van tussen de bergen verdwijnt,
AmB7
En dat er overal were vaste grond verschijnt,
CG
Ach kinders blijft binnen en verroert u niet,
CG
Als ze u lokken gelooft het niet,
CG
Als ze u roepen antwoord niet,
CG
Als ze kloppen toont u niet,
AmD
Ach kwam er maar nooit geen eind aan dit lied.
[Outro]
GCGD7GCGCGDGCDG